turen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord turen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord turen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je turen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord turen is hier. De definitie van het woord turen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanturen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Een man staat door het open raam naar buiten te turen.
  • tu·ren
  • Leenwoord uit het Noors, in de betekenis van ‘scherp kijken’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1504 [1]
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
turen
tuurde
getuurd
zwak -d volledig

turen

  1. inergatief aandachtig, onderzoekend naar iets kijken
    • Met een verrekijker tuurt hij naar de vogels. 
    • Kapitein Smit knijpt zijn ogen tot spleetjes en tuurt over de zee. [2]
98 % van de Nederlanders;
94 % van de Vlamingen.[3]
  1. "turen" in:
    Sijs, Nicoline van der
    , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website dbnl.org
    ; ISBN 90 204 2045 3
  2. Sandra Klaassen, Maria van Donkelaar, en Martine van Rooijen. 2002. Zeemeerminnen, zeeschuimers en schuimkoppen. Rotterdam: Lemniscaat.
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be


  • tu·ren
Naar frequentie 1755

turen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tur (betekenis + )

turen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van ture


  • tu·ren

turen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tur (betekenis + + )

turen

  1. nominatief bepaald mannelijk enkelvoud van tur (betekenis )