tweehonderdenvijfenzeventig

0	2	7	5

tweehonderdenvijfenzeventig,
op een abacus

• Geluid:  tweehonderdenvijfenzeventig    (hulp, bestand)
• IPA: / ˌtwehɔndərtɛnˈvɛifənˌsevə(n)təx / (9 lettergrepen); soms met nadruk ter onderscheiding van 'tweehonderdenvijfennegentig': /ˌtwehɔndərtɛnˈvɛifənˌzøvəntəx/

• twee·hon·derd·en·vijf·en·ze·ven·tig

• samenstellende samenstelling van  tweehonderd ht,   en vw  en  vijfenzeventig ht 

tweehonderdenvijfenzeventig

1. "275", langere vorm van tweehonderdvijfenzeventig, tweehonderd plus vijfenzeventig
   1. om een hoeveelheid aan te geven

      • De inzameling heeft tweehonderdenvijfenzeventig euro en vijftig cent opgebracht. 

   2. om een plaats in een volgorde aan te geven

      • De hoofdprijs van de verloting valt op lot tweehonderdenvijfenzeventig. 

• tweehonderdvijfenzeventig (deze kortere vorm is de gangbare vorm, het langere "tweehonderdenvijfenzeventig" wordt zelden gebruikt)^{[1] [2]}

rangtelwoord

• tweehonderdenvijfenzeventigste

hooftelwoord samengesteld met "tweehonderdenvijfenzeventig" ht als linkerdeel

• tweehonderdenvijfenzeventigduizend

• Het woord 'tweehonderdenvijfenzeventig' staat niet in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Taalunie.