tweekleppigen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord tweekleppigen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord tweekleppigen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je tweekleppigen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord tweekleppigen is hier. De definitie van het woord tweekleppigen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vantweekleppigen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • twee·klep·pi·gen

de tweekleppigenmv

  1. meervoud van het zelfstandig naamwoord tweekleppige
     Het bedrijf betrekt behalve uit Nederlandse wateren uit veel andere Europese landen coquilles, oesters, tapijtschelpen, kokkels, amandes, mesheften, plus de rest. Na de lange truckrit mogen de tweekleppigen bijkomen in twintig zwembadgrote bassins met gefilterd Oosterscheldewater.[1]
  2. meervoudsvorm als officiële benaming (weekdieren) een klasse Bivalvia op Wikispecies, gekenmerkt door een kalkschaal die uit twee spiegelbeeldig met elkaar verbonden schelpen bestaat
     Er staan ook diergroepen in die bij een opwarming van 1,5°C al een groot risico lopen. Dat zijn de vleugelslakken op hoge breedtegraden, tweekleppigen (zoals mosselen en oesters) op gematigde breedtegraden, en krill op hoge breedtegraden.[2]


  1. Bronlink geraadpleegd op 7 juli 2022 Weblink bron
    Menno Steketee
    “De kringloopkreeften van Yerseke” (18 december 2012) op nrc.nl op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 7 juli 2022 Weblink bron
    Marcel aan de Brugh
    “Warm, zuur en zuurstofloos water: het leven in de oceaan krijgt het moeilijk” (27 mei 2022) op nrc.nl op Wikipedia