6 Resultaten gevonden voor "twinkelde".

twinkelde

Geluid:  twinkelde    (hulp, bestand) twin·kel·de twinkelde enkelvoud verleden tijd van twinkelen Ik twinkelde.  Jij twinkelde.  Hij, zij, het twinkelde.  Het...


twinkelden

Geluid:  twinkelden    (hulp, bestand) twin·kel·den twinkelden meervoud verleden tijd van twinkelen Wij twinkelden.  Jullie twinkelden.  Zij twinkelden.  Het...


doffig

achtervoegsel -ig doffig niet fel of glimmend En in den mast en aan den boeg daar twinkelde 'n doffig lichtje als 'n traan in moederoud gezichtje dat jaren leed en...


bonenstaak

Willie. Tot hij een anekdote mocht opdissen: dan brak zijn gezicht open, twinkelden zijn ogen.       1. bonenstaak    Het woord bonenstaak staat in de Woordenlijst...


twinkelen

stamtijd onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord twinkelen twinkelde getwinkeld zwak -d volledig...


twinkelen/vervoeging

twinkelen twinkelen verleden (o.v.t.) twinkelde twinkelde twinkelde twinkelde twinkelde twinkelden twinkelden twinkelden toekomend (o.t.t.t.) zal twinkelen...