uitdelgen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitdelgen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitdelgen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitdelgen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitdelgen is hier. De definitie van het woord uitdelgen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitdelgen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • uit·del·gen

uitdelgen [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitdelgen
delgde uit
uitgedelgd
zwak -d volledig
  1. uitwissen, vernietigen, uitroeien, verdelgen
    • De tollenaar wendt zich in zijn nood tot God en niet tot de mensen. „O God”, zegt hij. Hij weet dat bij God veel vergeving van de zonden te vinden is, dat Hij alleen de overtredingen kan uitdelgen. Hij weet dat God bezworen heeft geen lust te hebben in de dood van de zondaar, maar daarin dat hij zich bekeert en leeft. [3] 
    • „Indien de rechtvaardige nauwelijks zalig wordt, waar zal de goddeloze en zondaar verschijnen?” Mozes zegt: Delg mij nu uit Uw boek wat U geschreven hebt. Hij wilde liever met Paulus verbannen zijn, dan dat God het ganse volk zou uitdelgen. [4] 
35 % van de Nederlanders;
51 % van de Vlamingen.[5]
  1. uitdelgen op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. Reformatorisch Dagblad 22-09-2010 Onwaardig
  4. Reformatorisch Dagblad 14-01-2011 Oordeel
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be