uitlachen

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord uitlachen. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord uitlachen, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je uitlachen in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord uitlachen is hier. De definitie van het woord uitlachen zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanuitlachen, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • uit·la·chen
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
uitlachen
lachte uit
uitgelachen
zwak -t

gemengd

volledig

uitlachen

  1. overgankelijk iemand door te lachen bespotten
    • Ik werd vroeger op school veel uitgelachen. 
     Barbie werd uitgelachen dat hij al drie weken lang alleen maar ‘ramen bomb’ at (een pakje noedels met een pakje aardappelpuree en een blik tonijn door elkaar).[1]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[2]
  1. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be