Geluid: uitzwom (hulp, bestand) uit·zwom uitzwom (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van uitzwemmen ... dat ik uitzwom. ... dat jij uitzwom. .....
uitzwemt uitzwemmen uitzwemmen uitzwemmen verleden (o.v.t.) uitzwom uitzwom uitzwom uitzwom uitzwom uitzwommen uitzwommen uitzwommen toekomend (o.t.t.t.) zal...