Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
upset. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
upset, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
upset in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
upset is hier. De definitie van het woord
upset zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
upset, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
(klemtoonhomogram)
- Bijvoeglijk naamwoord; werkwoord
- Zelfstandig naamwoord
upset
- geërgerd, boos, verbolgen
- «He was terribly upset.»
- Hij was vreselijk boos.
upset
- ergeren, storen
- «That remark upset her a lot.»
- Die opmerking ergerde haar geweldig.
upset
- tegenslag, onverwachte nederlaag/overwinning
- «They scored an upset against the champions.»
- Ze brachten de kampioenen een onverwachte nederlaag toe.