upset

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord upset. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord upset, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je upset in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord upset is hier. De definitie van het woord upset zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanupset, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

(klemtoonhomogram)

Bijvoeglijk naamwoord; werkwoord
Zelfstandig naamwoord

upset

  1. geërgerd, boos, verbolgen
    «He was terribly upset
    Hij was vreselijk boos.
vervoeging
onbepaalde wijs to  upset 
he/she/it  upsets 
verleden tijd  upset 
voltooid
deelwoord
 upset 
onvoltooid
deelwoord
 upsetting 
gebiedende wijs  upset 

upset

  1. ergeren, storen
    «That remark upset her a lot.»
    Die opmerking ergerde haar geweldig.
enkelvoud meervoud
upset upsets

upset

  1. tegenslag, onverwachte nederlaag/overwinning
    «They scored an upset against the champions.»
    Ze brachten de kampioenen een onverwachte nederlaag toe.