vaccineren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vaccineren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vaccineren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vaccineren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vaccineren is hier. De definitie van het woord vaccineren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvaccineren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vac·ci·ne·ren
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vaccineren
vaccineerde
gevaccineerd
zwak -d volledig

vaccineren [3]

  1. overgankelijk een injectie met een vaccin geven
    • De gezondheidsdienst vaccineert kinderen tegen meningokokken. 
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[4]