vaceren

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vaceren. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vaceren, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vaceren in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vaceren is hier. De definitie van het woord vaceren zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvaceren, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • va·ce·ren
  • uit het Latijn [1]

vaceren [2]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vaceren
vaceerde
gevaceerd
zwak -d volledig
  1. vakantie vieren
    • Of hy sou vaceren en gaen procederen
      Van Bommelalire bom, &c. [3]
       
  2. werkeloos, ambteloos zijn; onbezet zijn
26 % van de Nederlanders;
18 % van de Vlamingen.[4]