vakantiedag

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vakantiedag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vakantiedag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vakantiedag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vakantiedag is hier. De definitie van het woord vakantiedag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvakantiedag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • va·kan·tie·dag
enkelvoud meervoud
naamwoord vakantiedag vakantiedagen
verkleinwoord vakantiedagje vakantiedagjes

de vakantiedagm

  1. een dag dat je niet hoeft te werken maar waarop het loon wel wordt doorbetaald
    • Iedere werknemer heeft recht op 20 vakantiedagen bij een volledige baan. 
    • Er zijn verplichte vakantiedagen en vakantiedagen die men vrij kan opnemen. 
  1. verlofdag
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be