Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vakantietijd. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vakantietijd, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vakantietijd in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vakantietijd is hier. De definitie van het woord
vakantietijd zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vakantietijd, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de vakantietijd m
- periode van het jaar dat men gewoonlijk vrij heeft en op vakantie kan gaan
- ▸ Over een uur is hij klaar met werken, het is vakantietijd en er is niet veel te doen bij Weber Piano & Pianola Co.[2]
- ▸ In Zeeland moeten alle vakantieparken, campings en b&b's ook dicht. "Als er veel mensen naar Zeeland komen, zal dat de zorgdruk enorm vergroten. Blijf thuis. Het is geen vakantietijd, maar crisistijd", zegt voorzitter Jan Lonink van de Veiligheidsregio Zeeland.[3]
1. periode van het jaar dat men gewoonlijk vrij heeft en op vakantie kan gaan