Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
vakidioot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
vakidioot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
vakidioot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
vakidioot is hier. De definitie van het woord
vakidioot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
vakidioot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de vakidioot m
- (pejoratief) iemand heel goed is in zijn eigen kleine specialisme, dat vakgebied overdreven belangrijk vindt en geen belangstelling heeft in zaken die buiten zijn vak liggen
- Ontwerpen, desnoods ongevraagd, zoals voor het stuk bouwgrond naast hun villa. Stedenbouwkundige opdrachten superviseren. Jureren in wedstrijden. ‘Ik zal altijd die vakidioot zijn. Het gedoe errond – ja, ik lees elke dag twee gazetten – heeft me nooit geïnteresseerd.[2]
- Dollekamp: „Je moet wel een beetje vakidioot zijn om je te storten op restauratie of herbestemming.” En Heuker of Hoek: „Het is de toekomst. En dat ze dat nu nog niet zien zitten, is denk ik een stukje jeugdigheid. Dat komt nog wel.”[3]
- Daarnaast is een leraar een vakidioot. Gepassioneerd en gedreven om het belang en de lol van zijn vak maar vooral de lol van het inzichten verkrijgen en het wijzer worden wil overbrengen. Dat alles heeft prioriteit boven actievoeren en al helemaal het laten uitvallen van lessen.[4]
91 % |
van de Nederlanders;
|
94 % |
van de Vlamingen.[5]
|