vasthebben

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vasthebben. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vasthebben, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vasthebben in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vasthebben is hier. De definitie van het woord vasthebben zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvasthebben, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.


  • vast·heb·ben

vasthebben [1]

stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
vasthebben
had vast
vastgehad
onregelmatig volledig
  1. stevig met de handen in zijn greep hebben en niet meer loslaten
    • Sommigen zien dat de twee elkaar vasthebben. Een van hen maakt zelfs nog een foto van de twee vechtende jongens. [2] 
    • De grijper heeft drie vingers die uitvindingen op zichzelf zijn. Als ze naar iets grijpen, krommen ze zich automatisch. Daardoor zullen ze iets wat ze vasthebben niet snel laten glippen. [3] 
  2. stevig in bezit hebben
    • Nu we de halve finales halen en een ticket naar Peking vasthebben kunnen we ons concentreren op het tornooi winnen.' [4] 
93 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Tubantia Jorina Haspels 10-01-17 Ontzetting nadat 15-jarige jongen 18-jarige doodsteekt
  3. NRC Herbert Blankesteijn 3 december 2010 Een robot met slurfarm
  4. De Standaard 16/06/2007 door jug Bailly: 'Karakter getoond'
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be