veeltijds
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord veeltijds. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord veeltijds, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je veeltijds in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord veeltijds is hier. De definitie van het woord veeltijds zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanveeltijds, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- veel·tijds
veeltijds [2]
- de meeste tijd; over het algemeen
- De één, Tom Dumoulin, is altijd uitgesproken. Met open blik filtert hij zo nu en dan met zijn hersenen de woorden die zijn hart verlaten, maar veelal vertrekken die linea recta naar zijn mond. De ander, Primoz Roglic, staart veeltijds stoïcijns voor zich uit. [3]
- Groen van Prinsterer heeft reeds in 1849 opgeschreven waar een dergelijke interpretatie van het principe van de scheiding van kerk en staat in moet resulteren: „De zogenaamde scheiding, gelijk zij veeltijds aangeprezen wordt, is de vereniging met onverschilligheid en ongeloof en leidt tot onverdraagzaamheid en vervolging van al wat zich naar de praktische eisen van het ongeloof niet voegt.” [4]
- Het woord veeltijds staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "veeltijds" herkend door:
| 80 % | van de Nederlanders; |
| 78 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ veeltijds op website: Etymologiebank.nl
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ De Telegraaf HANS RUGGENBERG 11 mei 2019 Dumoulin: ’Dat is wat ik ga doen’
- ↑ Reformatorisch Dagblad 03-04-2009 SGP lijkt in niets op taliban
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
