vergeetboek
Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vergeetboek. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vergeetboek, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vergeetboek in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vergeetboek is hier. De definitie van het woord vergeetboek zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvergeetboek, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Geluid: vergeetboek (hulp, bestand)
- ver·geet·boek
| enkelvoud | meervoud | |
|---|---|---|
| naamwoord | vergeetboek | vergeetboeken |
| verkleinwoord | vergeetboekje | vergeetboekjes |
het vergeetboek o
- een (denkbeeldig) boek waarin met notities maakt die vergeten mogen worden
- De naam Zuidmolen moet zo snel mogelijk in het vergeetboek, de nieuwe naam wordt winkelcentrum Koningsplein. De eigenaren verwachten namelijk veel van het gelijknamige plein, dat straks de verbinding gaat vormen tussen het nieuwe ziekenhuis en de binnenstad.[2]
- Stemgegevens verdwijnen in het grote vergeetboek.:Het is voor onderzoekers, politieke partijen en andere geïnteresseerden moeilijk om een goed overzicht te krijgen van de verkiezingsuitslag per stembureau. De Kiesraad verzamelde die informatie niet omdat het dit jaar verboden was om de uitslag digitaal door te sturen.[3]
- Maar in de Laars hebben ze het vergeetboek weer teruggevonden. En recentelijk is dat vertaald tot handboek: ‘Succesvol Wijn maken in de 21 eeuw’. Omdat het vol autochtone druiven staat die goede, karakteristieke en vooral onderscheidende wijnen kunnen geven. Want nu de grenzen vervagen, beginnen onderscheid en eigenheid zwaarder te wegen.[4]
|
- Het woord vergeetboek staat in de Woordenlijst Nederlandse Taal van de Nederlandse Taalunie.
- In onderzoek uit 2013 van het Centrum voor Leesonderzoek werd "vergeetboek" herkend door:
| 78 % | van de Nederlanders; |
| 75 % | van de Vlamingen.[5] |
- ↑ Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
- ↑ Tubantia 10-JULI-2015
- ↑ Volkskrant Dion Mebius Timo Nijssen Geart Van Der Pol 29 maart 2017,
- ↑ NRC Harold Hamersma 6 juni 2013
- ↑
Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be
