verhovaardigde (hulp, bestand) ver·ho·vaar·dig·de verhovaardigde enkelvoud verleden tijd van verhovaardigen Ik verhovaardigde. Jij verhovaardigde...
Geluid: verhovaardigden (hulp, bestand) ver·ho·vaar·dig·den verhovaardigden meervoud verleden tijd van verhovaardigen Wij verhovaardigden. Jullie...
Geluid: verhovaardigd (hulp, bestand) ver·ho·vaar·digd vervoeging van verhovaardigen: de stam met de uitgang -d, zonder ge- vanwege voorvoegsel verhovaardigd...
stamtijd onbepaalde wijs verleden tijd voltooid deelwoord verhovaardigen verhovaardigde verhovaardigd zwak -d volledig...
verhovaardigen u verhovaardigt zich/u u verhovaardigt zich/u u verhovaardigde zich/u u verhovaardigde zich/u u zult zich/u verhovaardigen u zult zich/u verhovaardigen...