vindiceren (hulp, bestand) vin·di·ce·ren afgeleid van het Latijnse vindicare met het achtervoegsel -eren vindiceren overgankelijk (juridisch) als zijn...
ul·cis·ci ulcīscī wreken, vergelden, wraak nemen op, straffen punire, vindicare [2] persequi inultus bn ultio zn ultor zn ultorius bn ultrix...
het Spaanse werkwoord vindicar Infinitief (infinitivo) Voltooid deelwoord (participio) Onvoltooid deelwoord (gerundio) vindicar vindicado vindicando Aantonende...