Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
voosheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
voosheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
voosheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
voosheid is hier. De definitie van het woord
voosheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
voosheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de voosheid v
- (pejoratief) het zonder kracht of wezenlijke inhoud zijn
- Moordkunst laat eens te meer zien dat Kellerman het schrijftalent heeft geërfd van zijn moeder Faye en zijn vader Jonathan. Doordat hij de zelfgenoegzame Ethan als verteller opvoert, raken we doordrongen van zowel diens voosheid als die van de kunstwereld waarboven hij zich ten onrechte verheven voelt. Het doet goed dat ook de hoofdpersoon geleidelijk beseft dat hij zijn prioriteiten hoognodig moet herzien. (HANS KNEGTMANS) [2]
- Veel ouderen rekenen zichzelf niet tot de wereld. Natuurlijk niet! Maar ook rekenen ze zichzelf niet tot de Kerk met een hoofdletter. Zij horen bij de derde categorie: zij zijn refo. Bloedserieus en oppassend, maar onbezield. Jongeren proeven de voosheid hiervan. [3]
- Professor Small leverde het geheim, dat hij blijkbaar als geen ander kende, over “van mens tot mens” en beroept zich ter verdediging van zijn handelwijze op de voosheid der morele wetten. [4]
58 % |
van de Nederlanders;
|
83 % |
van de Vlamingen.[5]
|