vrijbuiter

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vrijbuiter. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vrijbuiter, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vrijbuiter in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vrijbuiter is hier. De definitie van het woord vrijbuiter zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvrijbuiter, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vrij·bui·ter
  • In de betekenis van ‘kaper, avonturier’ voor het eerst aangetroffen in 1572 [1]
  • afgeleid van vrijbuiten met het achtervoegsel -er [2]
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijbuiter vrijbuiters
verkleinwoord vrijbuitertje vrijbuitertjes

de vrijbuiterm

  1. (geschiedenis) (scheepvaart) een zeerover die niet zijn buit grotendeels zoals een kaper aan de staat afstond, maar vrijelijk op de markt verkocht
    • Kapers werden vaak vrijbuiters als hun dat uitkwam, zodat het verschil niet zo groot was. 
  2. iemand die niet vies is van een beetje avontuur, een avonturier
    • Oh, die? Dat was altijd al een vrijbuiter! 
  3. (scheepvaart) een klassieke, houten zeilboot
98 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.[3]