vrijpostigheid

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord vrijpostigheid. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord vrijpostigheid, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je vrijpostigheid in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord vrijpostigheid is hier. De definitie van het woord vrijpostigheid zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanvrijpostigheid, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • vrij·pos·tig·heid
enkelvoud meervoud
naamwoord vrijpostigheid vrijpostigheden
verkleinwoord

de vrijpostigheidv

  1. te vrij in handelen en uiten met name als het gaat om seksueel grensoverschrijdend gedrag
    • Bart De Wever had naar eigen zeggen verwacht dat Van Den Driessche opnieuw zou opduiken in het debat. Volgens hem verdiende Van Den Driessche een tweede kans. ‘Hij heeft zich toen geëxcuseerd om zijn vrijpostigheid en is toen door een zwarte periode gegaan’, zegt De Wever. ‘Hij werd toen met Dominique Strauss-Kahn vergeleken, die een verkrachter was’.Of Van Den Driessche een tweede kans verdient in een machtspositie? ‘Het publiek zal oordelen bij de verkiezingen’.[3] 
    • Maar het mocht ook geen dubbele bodem krijgen, een knipoog naar de kijker, laat staan een subversieve omkering van de normen en waarden. Zoals in de melodrama’s van Douglas Sirk uit de jaren vijftig, die vrouwen strafte voor hun vrijpostigheid, meestal met een voortijdige dood, maar de zakdoekenbrigade toch in staat stelde zich aan zulk ongewenst gedrag te verlustigen.[4] 
  2. vrij in handelen en sprken, open en eerlijk
    • Ik hoop dat u mij de vrijpostigheid wilt toestaan, Majesteit, dat ik zonder dat u mij iets heeft gevraagd het woord tot u richt om u te complimenteren met uw kerstrede. U bent lang geleden in de wieg gelegd om thans als vleesgeworden symbool van de natie de eenheid en saamhorigheid te belichamen en ik wil graag geloven dat u het dit jaar moeilijker dan ooit heeft gevonden om het land in die geruststellende en bemoedigende rol toe te spreken.[5] 
  1. vrijpostigheid op website: Etymologiebank.nl
  2. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  3. de Standaard 11/NOVEMBER/2017 om 08:19 door adm, jvt
  4. NRC Hans Beerekamp 12 februari 2016
  5. NRC Ilja Leonard Pfeijffer 29 december 2016