waaks

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord waaks. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord waaks, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je waaks in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord waaks is hier. De definitie van het woord waaks zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwaaks, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • waaks
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen waaks waakser waakst
verbogen waakse waaksere waakste
partitief waaks waaksers -

waaks [2]

  1. heel goed de wacht kunnen houden, met name gezegd van waakhonden
    • De inbreker had geen rekening gehouden met de waakse hond. 
    • Tijd om te controleren of de schapen iets mankeert, is er niet. Hij moet ze opzij duwen voor de vastgelopen fietsers en scooteraars, die de kudde en de hond regelmatig complimenteren: „Prachtig gezicht”. „Je bent zo waaks, hè poppie.”[3] 


96 % van de Nederlanders;
48 % van de Vlamingen.[4]