wanboffer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wanboffer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wanboffer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wanboffer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wanboffer is hier. De definitie van het woord wanboffer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwanboffer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • wan·bof·fer
enkelvoud meervoud
naamwoord wanboffer wanboffers
verkleinwoord - -

de wanbofferm

  1. iemand die pech heeft
    • "(…) Je hoort het wel bijtijds aan 't kraken van de trap." Ik ga voor alle zekerheid maar vast staan; ik ben nogal een wanboffer, en die trap kon nou wel'es net niét kraken… [1]
10 % van de Nederlanders;
10 % van de Vlamingen.[2]