waskot

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord waskot. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord waskot, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je waskot in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord waskot is hier. De definitie van het woord waskot zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwaskot, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • was·kot
enkelvoud meervoud
naamwoord waskot waskotten
verkleinwoord waskotje waskotjes

het waskoto

  1. plaats in een huis waar men de was doet
    • Bijna aan het einde van de route laat museum ’t Waskot een ouderwetse wasdag zien, treedt koor op. De wandelroute eindigt bij de Boulevard. Daar staat een optocht opgesteld. De familie vertrekt om hier om 11 uur richting Middelburg. [2] 
    • 'Elke ochtend begin ik om zeven uur te werken. Alles netjes onderhouden: de kleedkamers, sauna's, het bubbelbad en het waskot. Ik deed het enorm graag', zegt Tanja. 'Ik werk hier nog maar zes weken, maar ik voelde me goed in mijn vel. Het klikte goed met de bazen. Ik zit echt enorm in met hen. Zo hard gewerkt om dit op te bouwen en nu gaat alles in rook op.' [3] 
    • Aan de Lintseheide ontstond gisterochtend een brandje in het waskot van een woning. De brandweer had het vuur snel onder controle. Wellicht werd de brand veroorzaakt door een kortsluiting aan de droogkast. Niemand raakte gewond. [4] 
69 % van de Nederlanders;
92 % van de Vlamingen.[5]


  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad 31-03-2010 Zeeland wil een blijde Koninginnedag
  3. De Standaard 28 MEI 2008 'De knal wekte alleen mijn man'
  4. De Standaard 21 JUNI 2008 Brand
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be