wederopbouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wederopbouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wederopbouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wederopbouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wederopbouw is hier. De definitie van het woord wederopbouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwederopbouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • we·der·op·bouw
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord wederopbouw
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de wederopbouwm

  1. periode waarin de oorlogsschade door de Tweede Wereldoorlog werd hersteld
    • Het begin van de periode wordt gemarkeerd door het Besluit betreffende de Wederopbouw I van 21 mei 1940 (na het bombardement op Rotterdam - dat is dus al aan het begin van de Duitse bezetting van Nederland). 
    • Koning verzocht hem toen de leiding te willen nemen bij het herstel en de wederopbouw van Paleis Duimgat, iets dat Kleine Woord werkelijk niet kon weigeren en trouwens graag deed ook, want overal was wel iets van te leren.  
Vertalingen

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen

  1. Herzen, Frank
    De zoon van de woordbouwer 1970 ISBN 9062805450 pagina 114
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be