opbouw

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord opbouw. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord opbouw, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je opbouw in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord opbouw is hier. De definitie van het woord opbouw zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanopbouw, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • op·bouw
enkelvoud meervoud
naamwoord opbouw opbouwen
verkleinwoord opbouwtje opbouwtjes

de opbouwm

  1. het opbouwen (-> opbouwdrank, pensioenopbouw)
  2. hoe iets is samengesteld, de samenstelling
    • de opbouw van het hart/ het verhaal etc. 
  3. (bouwkunde) (scheepvaart) bouw, structuur, constructie geplaatst bovenop een bestaande (romp)
    • hij plaatste op zijn Amsterdamse huis een hele mooie opbouw 
vervoeging van
opbouwen

opbouw

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van opbouwen
    • ... dat ik opbouw. 
100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.[2]