aanleg

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord aanleg. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord aanleg, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je aanleg in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord aanleg is hier. De definitie van het woord aanleg zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanaanleg, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • aan·leg
Woordherkomst en -opbouw
enkelvoud meervoud
naamwoord aanleg -
verkleinwoord - -

Zelfstandig naamwoord

de aanlegm

  1. het aanleggen
  2. plantsoen
  3. geneigdheid, talent, begaafdheid
  4. instantie
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Vertalingen

Werkwoord

vervoeging van
aanleggen

aanleg

  1. (in een bijzin) eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van aanleggen
    • ... dat ik aanleg. 

Gangbaarheid

100 % van de Nederlanders;
100 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen