Geluid: wegstopte (hulp, bestand) weg·stop·te wegstopte (in een bijzin) enkelvoud verleden tijd van wegstoppen ... dat ik wegstopte. ... dat jij wegstopte...
Geluid: wegstopten (hulp, bestand) weg·stop·ten wegstopten (in een bijzin) meervoud verleden tijd van wegstoppen ...dat wij wegstopten. ...dat jullie...
Geluid: wegstopt (hulp, bestand) weg·stopt wegstopt (in een bijzin) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van wegstoppen ... dat jij wegstopt. (in...
wegstopt wegstopt wegstopt wegstopt wegstoppen wegstoppen wegstoppen verleden (o.v.t.) wegstopte wegstopte wegstopte wegstopte wegstopte wegstopten wegstopten...