wekenlang

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord wekenlang. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord wekenlang, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je wekenlang in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord wekenlang is hier. De definitie van het woord wekenlang zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwekenlang, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • we·ken·lang
stellend
onverbogen wekenlang
verbogen wekenlange
partitief wekenlangs

wekenlang

  1. Iets met een tijdsduur van weken.
    • Met een gebroken arm kun je wekenlang niet zwemmen. 
     Een paar jaar geleden had Sinterklaas wekenlang vergeefs gezocht.[1]
     Met een bearspray op je heup ga je wekenlang niemandsland in.[2]
98 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. “Het hele jaar rond: van Sinterklaas tot Sintemaarten” (1973), Lemniscaat op Wikipedia, p. 11
  2. Tim Voors
    “Alleen, De Pacific Crest Trail te voet van Mexico naar Canada”, eBook: Mat-Zet bv, Soest (2018), Fontaine Uitgevers op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be