winkelkast

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord winkelkast. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord winkelkast, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je winkelkast in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord winkelkast is hier. De definitie van het woord winkelkast zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanwinkelkast, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • win·kel·kast
enkelvoud meervoud
naamwoord winkelkast winkelkasten
verkleinwoord winkelkastje winkelkastjes

de winkelkastv / m

  1. kast of etalage in een winkel waarin de te verkopen waren uitgestald liggen
     Bij Rookmaker hing juist een groote 'photogravure' alleén in de winkelkast: 'la dernière cartouche' of 'de laatste patroon', waarop een gekwetste 'zouaaf' neêrzeeg.[2]
     De daders gooiden een koevoet in een winkelruit aan de kant van de Brugsesteenweg. De koevoet werd nadien teruggevonden. Tussen de vernielde etalageruit en de leeggeroofde winkelkasten is een vijftal meters afstand. Onderweg lieten de inbrekers alle uitgestalde koopwaar ongemoeid. De daders wisten blijkbaar goed waarvoor zij kwamen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. “Jacobus” (1930), Saga, ISBN 9788728433317
  3. Bronlink geraadpleegd op 12 juli 2024 Weblink bron
    door Herwig Willaert
    “Koevoet in winkelruit” (25 mei 2002), De Standaard