IPA: /ˈdʁɑˀb/ drab Afkomstig van het Oudnoorse woord dráp. drab o doding drabsmand manddrab drab, mv onbepaalde vorm nominatief meervoud van drab drab in:...
Geluid: drabje (hulp, bestand) drab·je het drabje o verkleinwoord enkelvoud van het zelfstandig naamwoord drab...
Geluid: drabjes (hulp, bestand) drab·jes de drabjes mv verkleinwoord meervoud van het zelfstandig naamwoord drab...
Geluid: drabbigst (hulp, bestand) drab·bigst drabbigst onverbogen vorm van de overtreffende trap van drabbig...