/ jagt [A] Afkomstig van het Middelnedertyske woord "jacht" [B] Ontleend aan het Nederlands [A] jagt, g jacht (op wild) «Hun elsket å dra på jagt med...
nog niet. Aanmaken? IPA: /ˈhεgsəˌjɑgd/ hek·se·jagt Samenstelling van de Deense woorden heks en jagt met het invoegsel -e-. heksejagt g heksenjacht hekseforfølgelse...
Geluid: Bestand bestaat nog niet. Aanmaken? IPA: /ˈjɑgdə/ jag·te jagte achtervolgen (figuurlijk) najagen, nastreven (figuurlijk) belagen (in de zin: oude...
bestaat nog niet. Aanmaken? jagter (beroep) jager jag·ter jagter tegenwoordige tijd van jagte jagter, mv onbepaalde vorm nominatief meervoud van jagt...
Fuchs (hulp, bestand) IPA: /fʊks/ Fuchs Fuchs, m (roofdieren) vos «Der Fuchs jagt die Fähe.» De vos maakt jacht op het wijfje. Fuchs m (sterrenbeeld) Vosje...
Aanmaken? Schlei·er·eu·le Schleiereule v (uilen) kerkuil «Die Schleiereule jagt nur bei Dunkelheit.» De kerkuil jacht alleen bij nacht. Tyto alba, Kircheule...