kne·et kneet, o bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kne kne·et kneet, o bepaalde vorm nominatief enkelvoud van kne...
Geluid: knetterendst (hulp, bestand) knet·te·rendst knetterendst onverbogen vorm van de overtreffende trap van knetterend...
Geluid: knetterender (hulp, bestand) knet·te·ren·der knetterender onverbogen vorm van de vergrotende trap van knetterend...
Geluid: knetterends (hulp, bestand) knet·te·rends knetterends partitief van de stellende trap van knetterend Dat is iets knetterends... ...
Geluid: knetterendste (hulp, bestand) knet·te·rend·ste knetterendste verbogen vorm van de overtreffende trap van knetterend...
Geluid: knetterendere (hulp, bestand) knet·te·ren·de·re knetterendere verbogen vorm van de vergrotende trap van knetterend...
Geluid: knetterenders (hulp, bestand) knet·te·ren·ders knetterenders partitief van de vergrotende trap van knetterend Dat is iets knetterenders... ...
geknetterd (hulp, bestand) ge·knet·terd vervoeging van knetteren: de stam met omvoegsel ge- -d geknetterd voltooid deelwoord van knetteren Het woord geknetterd staat...
knetterde (hulp, bestand) knet·ter·de knetterde enkelvoud verleden tijd van knetteren Ik knetterde. Jij knetterde. Hij, zij, het knetterde. Het woord knetterde staat...
knettergekst (hulp, bestand) knet·ter·gekst knettergekst onverbogen vorm van de overtreffende trap van knettergek Het woord knettergekst staat in de Woordenlijst...