ick, ik, öck Plautdietsch: ekj, etj ek Afgeleid van het Middelnederduitse ek / ik ek ik, 'k; 1e persoon nominatief enkelvoud eck ick ik öck ek Afgeleid...
enkelvoud ek Nedersaksisch: 'ck, eck, ek, ick, icke, ik, ikk, ikə, 'k, -'k, öck Plautdietsch: ekj, etj IPA: /ɪk/ ik Afgeleid van het Middelnederduits ik...
van der , Chronologisch woordenboek. De ouderdom en herkomst van onze woorden en betekenissen, 2e druk, Amsterdam / Antwerpen: Veen, 2002; op website...