‘ploegijzer’, afleiding met korte vocaal uit de wortel van *skēran- ‘scheiden, verdelen’, waarvoor zie scheren. Evenals Duits Schar, Engels share en Noors...
Geluid: schaarse (hulp, bestand) schaar·se schaarse verbogen vorm van de stellende trap van schaars Het woord schaarse staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: schare (hulp, bestand) IPA: /ˈsχarə/ scha·re erfwoord: Middelnederlands scāre ‘afdeling soldaten, troep, schaar’, uit Oudnederlands skara ‘legereenheid...
Geluid: schaars (hulp, bestand) IPA: / sxars / (1 lettergreep) schaars Leenwoord uit het Frans, in de betekenis van ‘weinig voorhanden’ voor het eerst...
aangetroffen in 1404 afgeleid van schare met het achtervoegsel -en scharen onovergankelijk (van een motorvoertuig met aanhanger) in een stand geraken waarin...
Geluid: schar (hulp, bestand) IPA: / sxɑr / (1 lettergreep) schar [A] herkomst onzeker, in de betekenis van ‘beenvis’ aangetroffen vanaf 1567 [B] van...
Geluid: schaarse pantserwants (hulp, bestand) (IPA in voorbereiding) schaar·se pant·ser·wants verbinding van schaarse en pantserwants de schaarse pantserwants v / m...
Geluid: schaarse muggenwants (hulp, bestand) (IPA in voorbereiding) schaar·se mug·gen·wants verbinding van schaarse en muggenwants de schaarse muggenwants v / m...
Geluid: schaarse reigersbekrandwants (hulp, bestand) (IPA in voorbereiding) schaar·se rei·gers·bek·rand·wants verbinding van schaarse en reigersbekrandwants...
Schaar verouderde spelling of vorm van Schar tot 1876 (verouderd) nominatief enkelvoud van Schar, v...