Geluid: snaters (hulp, bestand) sna·ters de snaters mv meervoud van het zelfstandig naamwoord snater Het woord snaters staat in de Woordenlijst Nederlandse...
tijd van snateren Ik snater. gebiedende wijs van snateren Snater! (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snateren Snater je? Het...
Geluid: snaterend (hulp, bestand) sna·te·rend snaterend onvoltooid deelwoord van snateren Het woord snaterend staat in de Woordenlijst Nederlandse...
Geluid: snaterende (hulp, bestand) sna·te·ren·de snaterende verbogen vorm van snaterend, het onvoltooid deelwoord van snateren Het woord snaterende staat...
Geluid: snateren (hulp, bestand) sna·te·ren In de betekenis van ‘een druk geluid maken (van vogels)’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1437 met het...
bestand) ge·sna·terd vervoeging van snateren: de stam met omvoegsel ge- -d gesnaterd voltooid deelwoord van snateren Het woord gesnaterd staat in de Woordenlijst...
van snateren Jij snatert. derde persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van snateren Hij snatert. (verouderd) gebiedende wijs meervoud van snateren Snatert...
onovergankelijk (dierengeluid) krassen (van raaf) (dierengeluid) kwaken, snateren (van een eend) [1] crascitar graznar in: Diccionario de la lengua española...