Geluid: spoelde door (hulp, bestand) spoel·de door uit spoelde (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde door enkelvoud...
Geluid: spoelde om (hulp, bestand) spoel·de om uit spoelde (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde om enkelvoud verleden...
Geluid: spoelde uit (hulp, bestand) spoel·de uit uit spoelde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde uit enkelvoud verleden...
Geluid: spoelden door (hulp, bestand) spoel·den door uit spoelden (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelden door meervoud...
Geluid: spoelden op (hulp, bestand) spoel·den op uit spoelden (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelden (...) op meervoud...
Geluid: spoelden om (hulp, bestand) spoel·den om uit spoelden (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelden (...) om meervoud...
andere woorden staan spoelde (…) na enkelvoud verleden tijd van naspoelen Ik spoelde na. Jij spoelde na. Hij, zij, het spoelde na. Het woord spoelde na...
Geluid: spoelde aan (hulp, bestand) spoel·de aan uit spoelde (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde aan enkelvoud verleden...
andere woorden staan spoelden (…) na meervoud verleden tijd van naspoelen Wij spoelden na. Jullie spoelden na. Zij spoelden na. Het woord spoelden na staat...
woorden staan spoelden (…) uit meervoud verleden tijd van uitspoelen Wij spoelden uit. Jullie spoelden uit. Zij spoelden uit. Het woord spoelden uit...