10 Resultaten gevonden voor "woorden-met-Spoeld".

spoelde door

Geluid:  spoelde door    (hulp, bestand) spoel·de door uit spoelde (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde door enkelvoud...


spoelde om

Geluid:  spoelde om    (hulp, bestand) spoel·de om uit spoelde (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde om enkelvoud verleden...


spoelde uit

Geluid:  spoelde uit    (hulp, bestand) spoel·de uit uit spoelde (werkwoord) en uit, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde uit enkelvoud verleden...


spoelden door

Geluid:  spoelden door    (hulp, bestand) spoel·den door uit spoelden (werkwoord) en door, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelden door meervoud...


spoelden op

Geluid:  spoelden op    (hulp, bestand) spoel·den op uit spoelden (werkwoord) en op, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelden (...) op meervoud...


spoelden om

Geluid:  spoelden om    (hulp, bestand) spoel·den om uit spoelden (werkwoord) en om, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelden (...) om meervoud...


spoelde na

andere woorden staan spoelde (…) na enkelvoud verleden tijd van naspoelen Ik spoelde na.  Jij spoelde na.  Hij, zij, het spoelde na.  Het woord spoelde na...


spoelde aan

Geluid:  spoelde aan    (hulp, bestand) spoel·de aan uit spoelde (werkwoord) en aan, hiertussen kunnen nog andere woorden staan spoelde aan enkelvoud verleden...


spoelden na

andere woorden staan spoelden (…) na meervoud verleden tijd van naspoelen Wij spoelden na.  Jullie spoelden na.  Zij spoelden na.  Het woord spoelden na staat...


spoelden uit

woorden staan spoelden (…) uit meervoud verleden tijd van uitspoelen Wij spoelden uit.  Jullie spoelden uit.  Zij spoelden uit.  Het woord spoelden uit...