zaaier

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zaaier. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zaaier, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zaaier in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zaaier is hier. De definitie van het woord zaaier zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzaaier, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
De zaaier van Grigoriy Myasoyedov


  • zaai·er
enkelvoud meervoud
naamwoord zaaier zaaiers
verkleinwoord zaaiertje zaaiertjes

de zaaierm

  1. (landbouw) persoon die het land inzaait
    • De zaaier zaaide het hele land in. 
     Naast de landingsbaan loopt een zaaier in de middagzon. Hij zaait nog met de hand uit een brede korf die voor zijn buik hangt.[2]
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[3]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Bronlink geraadpleegd op 3 juni 2022 Weblink bron
    Willebrord Nieuwenhuis
    “Contacten tussen wrok en vriendelijkheid” (4 maart 1997) op nrc.nl op Wikipedia
  3. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be