zeiken

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zeiken. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zeiken, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zeiken in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zeiken is hier. De definitie van het woord zeiken zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzeiken, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zei·ken
Woordherkomst en -opbouw
  • van Middelnederlands seiken, verdere etymologie onduidelijk; wel zijn er verwante woorden in diverse Indo-Europese talen. In de betekenis van ‘plassen’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1240
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zeiken
zeikte
gezeikt
zwak -t volledig
stamtijd
onbepaalde
wijs
verleden
tijd
voltooid
deelwoord
zeiken
zeek
gezeken
klasse 1 volledig

Werkwoord

zeiken

  1. (informeel) veelvuldig en langdurig klagen over weinig belangrijke zaken
    • Zit toch niet zo te zeiken! 
  2. inergatief, soms overgankelijk (dysfemisme) urineren
    • Die rotkater heeft weer op die plek gezeken. 
    • Vanochtend zeikte ik wat bloed. 
  3. onpersoonlijk, (informeel), (meteorologie) hard regenen, stortregenen
    • Het zeikt buiten. 
Synoniemen
Hyponiemen
Afgeleide begrippen
Verwante begrippen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
97 % van de Vlamingen.

Verwijzingen