zeis

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zeis. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zeis, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zeis in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zeis is hier. De definitie van het woord zeis zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzeis, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
Zeis.
  • zeis
  • In de betekenis van ‘maaiwerktuig’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1340.[1]
  • erfwoord: Verkort uit nog dialectisch zeisen, zeisem, uit Middelnederlands seisene, seinse (waarvan dial. zeinse, zense en Afrikaans sens), seine (waaruit dial. zein), ontwikkeld uit West-Germaans *seg-isnō- ~ -asnō-, afleiding van *seg- ‘snijden’ (waarvoor zie zaag, zegge).[2] Evenals Nederduits Sees, Duits Sense en Fries seine.
enkelvoud meervoud
naamwoord zeis zeisen
verkleinwoord zeisje zeisjes

de zeisv / m

  1. (landbouw) (gereedschap) landbouwwerktuig bestaande uit een lang gebogen mes dat bevestigd is aan een steel met twee handvatten, dienende om lang gras of graan te maaien
91 % van de Nederlanders;
90 % van de Vlamingen.[3]