zelfbeheersing

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zelfbeheersing. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zelfbeheersing, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zelfbeheersing in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zelfbeheersing is hier. De definitie van het woord zelfbeheersing zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzelfbeheersing, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.

Nederlands

Uitspraak
Woordafbreking
  • zelf·be·heer·sing
Woordherkomst en -opbouw
  • Leenwoord uit het Duits, in de betekenis van ‘het in toom houden van zijn gevoelens’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1801
  • samenstelling van  zelf  en  beheersing 
enkelvoud meervoud
naamwoord zelfbeheersing zelfbeheersingen
verkleinwoord

Zelfstandig naamwoord

de zelfbeheersingv

  1. het in bedwang houden van eigen gevoelens, zoals emoties of kwaadheid.
    • Hij heeft als het er op aankomt geen zelfbeheersing. 
  2. de beheersing van het eigen gedrag
Synoniemen
Antoniemen
Vertalingen

Gangbaarheid

99 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.

Meer informatie

Verwijzingen