zetboer

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zetboer. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zetboer, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zetboer in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zetboer is hier. De definitie van het woord zetboer zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzetboer, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zet·boer
enkelvoud meervoud
naamwoord zetboer zetboeren
verkleinwoord zetboertje zetboertjes

de zetboerm

  1. (beroep) iemand die voor de eigenlijke eigenaar een boerderij beheert
    De zetboer voert beheer over het land, de behuizingen, de levende have (vee) en de goederen; hijzelf heeft geen eigendommen in het bedrijf.
    • Hij was als zetboer begonnen, maar heeft nu zijn eigen boerderij. 
44 % van de Nederlanders;
35 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be