zeurpiet

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zeurpiet. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zeurpiet, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zeurpiet in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zeurpiet is hier. De definitie van het woord zeurpiet zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzeurpiet, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zeur·piet
  • In de betekenis van ‘iemand die zanikt’ voor het eerst aangetroffen in het jaar 1903 (niet 1936 [1]), zie vindplaats hieronder.
  • samenstelling van  zeur ww  en  Piet 
enkelvoud meervoud
naamwoord zeurpiet zeurpieten
verkleinwoord zeurpietje zeurpietjes

de zeurpietm

  1. (scheldwoord) iemand die zeurt
    • Wat is Kees toch een zeurpiet! 
     Maar kerel, heb je dan de courant niet gelezen?’ ‘Courant? Maar, wat heb ik dan nòu weer gedaan, dat ik een courant zou moeten lezen!’ ‘Niet één courant, zeurpiet, maar dè courant, de Nijmeegsche Courant, van gis-te-ren’ spelde Boudy bijna.[2]
100 % van de Nederlanders;
99 % van de Vlamingen.[3]