zeur

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zeur. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zeur, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zeur in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zeur is hier. De definitie van het woord zeur zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzeur, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zeur
vervoeging van
zeuren

zeur

  1. eerste persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeuren
    • Ik zeur. 
  2. gebiedende wijs van zeuren
    • Zeur! 
  3. (bij inversie) tweede persoon enkelvoud tegenwoordige tijd van zeuren
    • Zeur je? 
  • zeur
enkelvoud meervoud
naamwoord zeur zeuren
verkleinwoord zeurtje zeurtjes

de zeurv / m

  1. (scheldwoord) iemand die zeurt
    • Wat een ouwe zeur is hij toch ook! 
99 % van de Nederlanders;
98 % van de Vlamingen.[1]
  1. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be