zielsrust

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zielsrust. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zielsrust, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zielsrust in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zielsrust is hier. De definitie van het woord zielsrust zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzielsrust, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • ziels·rust
enkelvoud meervoud
naamwoord zielsrust
verkleinwoord

de zielsrustv / m

  1. de kalmte die iemand heeft die een deugdzaam leven leidt
    • Op de kansel echter „getuigde hij met warmte voor den Christus, Die hem dierbaar was, en drong hij zijne hoorders om aan diens hand tot den Vader te gaan en des Vaders eere en eigen zielsrust te zoeken in het leven des geloofs en der hoop en der liefde.” [2] 
    • Nie wieder, prevelden wij nog, maar het had geen zin. Hij had zijn trauma verwerkt. Wij blijven nu over met een vers omgeploegd verleden en nood aan zielsrust. [3] 
    • Met enige overdrijving zou je zelfs kunnen stellen dat de roman vooruitloopt op de huidige, 21ste-eeuwse geostrategische positie van Georgië: na een lange, tragische verbintenis met Rusland zoekt het land nu veiligheid en zielsrust in de armen van Amerika. [4] 
89 % van de Nederlanders;
95 % van de Vlamingen.[5]
  1. Woordenboek der Nederlandsche taal (1864-2001).
  2. Reformatorisch Dagblad Jaco van der Knijff 24-12-2014 J. J. L. ten Kate: Geroemde en verguisde dominee-dichter
  3. De Standaard 31 MEI 2008 Groet God
  4. NRC David Winner 19 september 2008 Romeo en Julia in Tbilisi
  5. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be