Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
ziemlich. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
ziemlich, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
ziemlich in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
ziemlich is hier. De definitie van het woord
ziemlich zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
ziemlich, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afkomstig van het Middelhoogduitse woord zimelich bn , dat van het Oudhoogduitse woord zimilīh bn komt
ziemlich
- (van omvang, hoeveelheid of vergelijkbaar) behoorlijk, redelijk, tamelijk
- (van gedrag; veroudernd)) betamelijk, gepast, voegzaam
- : mit ziemlicher Sicherheit
- : ein ziemliches Durcheinander
ziemlich
- (in relatief hoge, grote, overvloedige afmetingen) al, behoorlijk, redelijk, vrij
- «Die Zuschauer sahen ein Spiel dem leider ziemlich früh die Spannung abhanden kam.»
- De toeschouwers zagen een spel dat helaas al vroeg de spanning verloor.
- bijna, circa, ongeveer