zoetelijk

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zoetelijk. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zoetelijk, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zoetelijk in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zoetelijk is hier. De definitie van het woord zoetelijk zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzoetelijk, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zoe·te·lijk
  • afgeleid van zoet met het achtervoegsel -lijk met het invoegsel -e-
stellend vergrotend overtreffend
onverbogen zoetelijk zoetelijker zoetelijkst
verbogen zoetelijke zoetelijkere zoetelijkste
partitief zoetelijks zoetelijkers -

zoetelijk

  1. overdreven zoet van aard, flemend, ergerlijk
    • Hoewel veel mensen zijn werk typeren als zoetelijk en popperig, loont het om zich te verdiepen in de details. 
  2. (verouderd) aangenaam zoet
    • Wanneer wij van hun zoetelijk zingen in het gemeen spreken, dan drukken wij dit met het zoo zachte "kwelen", uit en wij bootsen tevens hun geluid na, als zij, bij het verschijnen der lente, hunne vreugd en hunne liefde vermelden;[1] 

zoetelijk

  1. (verouderd) op aangename, zoete wijze
    • Het kind sliep zoetelijk. 
  • Het woord werd in de 17e-18e eeuw voornamelijk als bijwoord en met positieve connotatie gebruikt. Later werd het ook als bijvoeglijk naamwoord gebruikt en verschoof de betekenis naar het negatieve.
74 % van de Nederlanders;
57 % van de Vlamingen.[2]
  1. Holland's roem in kunsten en wetenschappen.
    Hendrik baron Collot d'Escury
    1826
  2. Bronlink geraadpleegd op 28 april 2020 Door archive.org gearchiveerde versie van 21 oktober 2019 “Word Prevalence Values” op ugent.be