zondagsrijder

Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord zondagsrijder. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord zondagsrijder, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je zondagsrijder in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord zondagsrijder is hier. De definitie van het woord zondagsrijder zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie vanzondagsrijder, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
  • zon·dags·rij·der
  • samenstelling van  zondag  en  rijder  met het invoegsel -s-  . De benaming insinueert dat zo'n chauffeur weinig rijervaring heeft, omdat hij/zij enkel zou rijden op vrije dagen.
enkelvoud meervoud
naamwoord zondagsrijder zondagsrijders
verkleinwoord zondagsrijdertje zondagsrijdertjes

de zondagsrijderm

  1. weggebruiker die een vervoermiddel (voornamelijk auto, maar ook bijvoorbeeld paard, bromfiets) met een kennelijk zo gebrekkige rijtechniek gebruikt, dat het erop lijkt alsof hij/zij alleen op vrije dagen voor het plezier wel eens een rustig ritje maakt en verder geen rijervaring in het wegverkeer opbouwt
    • Die zondagsrijder bleef de hele tijd onnodig links rijden.