Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
zondag. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
zondag, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
zondag in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
zondag is hier. De definitie van het woord
zondag zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
zondag, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
de zondag m
- (tijdrekening), (dag) een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt
- Zondag is de tweede dag van het weekend.
- Zondag is de eerste dag van de week.
- ▸ Een doodgewone veertiger met een eigen bedrijf, twintig jaar getrouwd, vader van drie, die elke zondag het gras maait.[3]
- vanaf zondag
- zondag aan zondag
1. een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt
99 % |
van de Nederlanders;
|
100 % |
van de Vlamingen.[4]
|
zondag
- (tijdrekening)(dag) zondag; een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt
zondag
- (tijdrekening)(dag) zondag; een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt
zondag
- (tijdrekening)(dag) zondag; een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt
zondag
- (tijdrekening)(dag) zondag; een dag van de week die na zaterdag en voor maandag komt