Hallo, je bent hier gekomen op zoek naar de betekenis van het woord
maandags. In DICTIOUS vind je niet alleen alle woordenboekbetekenissen van het woord
maandags, maar kom je ook meer te weten over de etymologie, de kenmerken en hoe je
maandags in enkelvoud en meervoud uitspreekt. Alles wat je moet weten over het woord
maandags is hier. De definitie van het woord
maandags zal u helpen preciezer en correcter te zijn bij het spreken of schrijven van uw teksten. Kennis van de definitie van
maandags, maar ook van die van andere woorden, verrijkt uw woordenschat en verschaft u meer en betere taalkundige bronnen.
- Afgeleid van maandag met het achtervoegsel -s
maandags
- (tijdrekening) op de maandag betrekking hebbend
- Lekker onbezorgd een maandags terrasje doen in Leuven!
maandags
- (tijdrekening) op maandagen
- We gaan maandags meestal winkelen.
82 % |
van de Nederlanders;
|
70 % |
van de Vlamingen.[1]
|